U bent hier:

Waarom kunnen we eigenlijk niet zonder gewasbescherming?

Duizenden jaren gewasselecties

Gedurende de afgelopen 10.000 jaar heeft de mens zich beziggehouden met gewasselectie, wat heeft geresulteerd in het telen van slechts één type gewas per perceel of in kassen in de 21e eeuw. Echter, deze selectie heeft ook geleid tot de verspreiding van de meest agressieve ziekten. De grootschaligheid van agrarische bedrijven heeft bijgedragen aan het ontstaan van grote homogene velden. Als gevolg hiervan is de microbiële diversiteit afgenomen, waardoor het natuurlijke vermogen om ziekten en plagen te bestrijden ook is verminderd.

Natuurlijke weerbaarheid is weggeselecteerd

De nadruk op selectie heeft geleid tot het opofferen van de natuurlijke weerbaarheid van gewassen en teeltsystemen ten gunste van een hogere productie. Hierdoor is de noodzaak ontstaan om gewassen te beschermen tegen ziekten en plagen. Vooral sinds de Tweede Wereldoorlog heeft gewasbescherming, met name met chemische middelen, een enorme ontwikkeling doorgemaakt.

Het gebruik van chemie en kunstmest heeft de land- en tuinbouw wereldwijd in staat gesteld om een groeiend aantal mensen van voedsel te voorzien en een overvloed aan bloemen en planten te produceren. Echter, dit succes heeft ook een keerzijde: de mogelijkheden van de chemie raken langzamerhand uitgeput. We hebben nu inzicht gekregen dat het gebruik van chemische middelen niet duurzaam is voor mens, dier en milieu.

De ongeremde groei van ziekten en plagen

De professionele teelt van planten in monoculturen, waarbij vruchten op hetzelfde moment rijp of oogstbaar moeten zijn, bevordert het ontstaan van ziekten en plagen. Door voortdurende selectie zijn veel toxische afweerstoffen in vruchten verloren gegaan. 

Goed voor de consument, maar het stimuleert ook de ongeremde ontwikkeling van ziekten en plagen.

Het gebrek aan diversiteit en afweermechanismen in monoculturen verhoogt het risico op epidemieën. 

Is er een keerzijde van chemische middelen?

De maatschappij wordt steeds kritischer over chemische middelen in de land- en tuinbouwsector.

 

Het overmatig gebruik van deze middelen heeft geleid tot de ontwikkeling van resistentie bij talrijke ziekten en plagen, wat resulteert in verminderde effectiviteit.

 

Retailers, als belangrijke afnemers van boeren en telers, stellen steeds strengere eisen aan residuen.

 

Bovendien worden producenten van synthetische gewasbeschermingsmiddelen geconfronteerd met toenemende regelgeving, waardoor het aanbod van chemische gewasbeschermingsmiddelen op de markt steeds kleiner wordt.

Van 'bestrijding' naar 'weerbaarheid'

De reactieve aanpak - pas ingrijpen bij een aantasting - heeft geen toekomst. Ook preventief toepassen van gewasbeschermingsmiddelen is niet toereikend.. De toekomst is aan biologische buffering van bodem, plant, gewas en teeltsystemen. Daardoor ontstaan weerbare planten en teeltsystemen, die ziekten en plagen minder kans geven. Biologische buffering is in de huidige teeltsystemen onvoldoende aanwezig. Worden de systemen weerbaarder gemaakt dan krijgt biologische buffering een kans, ondersteund door biologische producten.

Meer uitzondering dan regel

Dit betekent niet dat bestrijding helemaal niet meer nodig is. Wel wordt bestrijding eerder uitzondering dan regel. En als het al nodig is, nemen telers hun toevlucht tot de pleksgewijze inzet van groene middelen met een laag risico, waardoor een correctie niet ten koste gaat van de biologische buffering.