U bent hier:

Ctgb maakt vergelijkende evaluatie effectiever en efficiënter

In de novembervergadering besloot het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) de werkwijze voor de vergelijkende evaluatie aan te passen. De vergelijkende evaluatie richt zich op goedgekeurde stoffen in gewasbeschermingsmiddelen waarvoor de Europese wetgeving bepaalt dat ze – waar mogelijk – vervangen moeten worden door alternatieven die veiliger zijn. Het gaat om stoffen op de lijst met zogenaamde “kandidaten voor vervanging”. Het proces dat tot nu toe werd gevolgd leidde niet tot het gewenste doel, sinds 2016 werden geen middelen daadwerkelijk vervangen. De nieuwe werkwijze maakt het proces effectiever en efficiënter. Zo komen of blijven middelen met deze stoffen niet op de markt als er ook een veiliger alternatief kan worden gebruikt.

Middelen vervangen
Bij de beoordeling kijkt het Ctgb of één van de alternatieven veiliger is dan het middel met de kandidaat voor vervanging. Alle niet-chemische maatregelen en laag-risicomiddelen worden per definitie als veiliger beschouwd. Overige middelen worden als veiliger beschouwd wanneer er minder strenge veiligheidsvoorschriften nodig zijn dan voor het middel met de kandidaat voor vervanging. Dit maakt de procedure simpeler en eenduidig. Zo kan de vergelijkende evaluatie sneller worden afgehandeld en zullen middelen – waar mogelijk – vervangen worden door alternatieven die veiliger zijn voor mens, dier en milieu.

Publieke consultatie
Voorafgaand aan het collegebesluit lag dit voorstel gedurende vijf weken ter inzage. Er werden reacties ontvangen van milieuorganisaties, vertegenwoordigers van telers en producenten van gewasbeschermingsmiddelen. In de reacties werd er onder andere op gewezen dat systemen als geïntegreerde gewasbescherming (IPM) als alternatief beschouwd zouden kunnen worden. Ook gaf een aantal respondenten aan dat de mogelijke afname van het aantal beschikbare middelen het risico op resistentie zou kunnen verhogen. De reacties leidden niet tot grote inhoudelijke wijzigingen in het voorstel, wel tot wijzigingen en verduidelijkingen in de tekst.

Het nieuwe beleid zal per 1 januari 2024 in werking treden. De beleidsregel zal met de reacties op de publieke consultatie en het antwoord van het Ctgb daarop gepubliceerd worden in de Staatscourant.