Auteur:
Artemis
Geplaatst
26 april 2025
Tags
De slagingskans van een akkerrand hangt in hoge mate samen met de inspanningen die de teler doet bij de aanleg. “Behandel een akkerrand zoals je een cultuurgewas zou behandelen”, adviseert Bas Allema van WUR. “Dan is de kans het grootst dat de rand brengt wat je ervan verwacht.”
[dit is het tweede artikel in een serie over de uitkomsten van het project “Ontsluiten kennis Functionele Agro Biodiversiteit”]
“De eerste keuze die je moet maken voor de aanleg van een akkerrand is of het een eenjarige of meerjarige rand wordt”, steekt Bas Allema van wal. “Meerjarige randen hebben als voordeel dat ze al vroeg in het jaar, vaak al in april, kunnen bloeien, terwijl eenjarige randen pas in juni bloeien. Meerjarig betekent meestal dat de rand drie à vier jaar blijft liggen, waarna hij opnieuw moet worden ingezaaid om de vergrassing tegen te gaan.”
De volgende stap is de keuze van het mengsel. Daarvoor verwijst Allema in eerste instantie naar de nieuwe website www.groenwijzer.nu die in de eerste aflevering van deze serie is geïntroduceerd. Wel heeft hij een paar aanvullende tips om via de mengselkeuze de kans op veronkruiding te verkleinen: “Zorg dat er in het mengsel een paar snelgroeiende soorten zitten die voor een snelle bodembedekking zorgen. Bijvoorbeeld boekweit of granen.” De hoeveelheid zaaizaad per hectare is afhankelijk van de samenstelling van het mengsel en het al dan niet toevoegen van granen. Een richtlijn is 20-25 kg zaaizaad per hectare bij volvelds zaaien en 15-20 kg/ha bij rijenzaai.
Zaaiperiode en -methode
Voor een eenjarig mengsel is de maand april de beste tijd om te zaaien, stelt Allema. “In een koud voorjaar kun je desnoods wachten tot eerste helft van mei maar liever niet later. En op zwaardere gronden kan de inzaai van een eenjarig mengsel ook prima in de eerste helft van september.” Diezelfde periode beveelt de WUR-onderzoeker ook aan voor de inzaai van een meerjarige (gras)kruidenrand.
Over de zaaimethode heeft Allema een helder advies: “Zaai in rijen, dan kun je later ook schoffelen. Zeker in het begin kan dat helpen om onkruid te beheersen.” Akkerrandenmengsel moeten oppervlakkig worden gezaaid, meestal 1 tot 2 cm diep. Het is een overweging om de zaaipijpen op verschillende dieptes af te stellen zodat alle (of zo veel mogelijk) soorten in een aantal rijen op hun optimale zaaidiepte komen te liggen. Aandrukken van het zaaibed na het zaaien met een Cambridge-rol geeft vaak een betere opkomst. “En als je de kans krijgt om vlak voor een regenbui te zaaien is dat helemaal ideaal”, weet Allema uit ervaring.
Grondbewerking en vals zaaibed
Net als bij een cultuurgewas is de slagingskans van een akkerrand afhankelijk van de kwaliteit van het zaaibed en de bodemstructuur. Het gaat bij akkerrandenmengsels vaak om fijnzadige plantensoorten en die vragen een zeer fijn zaaibed voor een goede opkomst en een goed doorwortelbare bovenlaag om goed aan te slaan. “Je moet de strook van de akkerrand dus ook zo weinig mogelijk berijden”, stelt Allema. “Ook de voorafgaande hoofdgrondbewerking heeft invloed op de structuur maar dat is op dit moment een gegeven.” Zeker op (onkruidrijke) zandgronden is de aanleg van een vals zaaibed een aanrader, volgens Allema. “En het liefst 2 keer”, zegt hij. “Maar dan moet je daar wel minstens 1 maand voor het zaaien mee kunnen beginnen.”
De praktische tips in dit nieuwsbericht zijn ook terug te vinden op de website die in 2024 tot stand is gekomen via een Kennis op Maat project. “We hebben de praktische kennis over akkerranden van alle projectpartners op een centrale plek bijeen gebracht. Dat is een grote meerwaarde van het project voor de praktijk”, besluit Allema.
Initiatiefnemers van de GroenWijzer waren: Agrarische Natuurvereniging Hollands Noorden, Agrifirm, Artemis, BO Akkerbouw, Cosun Beet Company, Coöperatie Collectief Hoeksche Waard U.A., BoerenNatuur Flevoland, Van Iperen, LTO Nederland, LTO Noord, NFO en WUR Open Teelten.