Biostimulanten zijn niet meer weg te denken uit de moderne akkerbouw. Ruim twintig jaar geleden begon de ontwikkeling van deze producten. Toen was dat nog heel anders. Waar in 2020 nog slechts zo’n 30% van de akkerbouwers biostimulanten toepaste in hun teelten (Akkerwijzer), is dat aandeel in 2025 gestegen naar ruim 50% (Akkerbouwkrant, enquête). De belangstelling voor deze producten in de akkerbouw is de afgelopen vijf jaar dus fors toegenomen.
Van onderzoek naar praktijk
De interesse in biostimulanten groeit snel, mede doordat er steeds meer positieve ervaringen in de praktijk zijn. Ook de toenemende weersextremen spelen een rol: telers willen hun gewassen weerbaar maken om zulke omstandigheden een stap voor te blijven. Biostimulanten helpen bij het voorkomen van abiotische stress in de plant en ondersteunen vitale, sterke gewassen. Dat vertaalt zich direct in een weerbaar gewas én in een optimale opbrengst en kwaliteit.
Om goed te onderbouwen waarom en wanneer biostimulanten het meeste effect hebben, investeren bedrijven binnen Artemis al jaren in onderzoek. Dit gebeurt zowel met eigen veldproeven als in samenwerking met distributeurs en onderzoeksinstituten. Zo ontwikkelen we gezamenlijk geïntegreerde teeltsystemen die aansluiten bij de praktijk. We zien dat telers goede resultaten behalen met deze producten. Dat geeft vertrouwen bij alle betrokken partijen en helpt ons samen grote stappen te zetten richting toekomstbestendige teelten,” aldus Daniel Cornelisse, voorzitter van de themagroep Biostimulanten van Artemis.
Biostimulanten steeds vaker onderdeel van geïntegreerde schema’s
Telers ervaren biostimulanten soms nog als een nieuwe stap in hun teelt, terwijl deze producten eigenlijk al eeuwenlang bestaan. Waar chemische gewasbeschermingsmiddelen vaak direct effect hebben op een specifiek mechanisme of plaag, werken biostimulanten op de algehele plantgezondheid en vitaliteit. Door de producten gezamenlijk in te zetten binnen een ICM-strategie, optimaliseer je het hele teeltsysteem: de biostimulanten komen beter tot hun recht en ook de gewasbeschermingsmiddelen profiteren hiervan.
“De toekomst ligt in het bouwen van geïntegreerde toepassingsschema’s,” aldus Cornelisse.
