Auteur:
Artemis
Geplaatst
17 december 2025
Het Europese Omnibus-voorstel markeert een belangrijke stap richting snellere beschikbaarheid van biologische gewasbescherming, zonder concessies aan veiligheid. Artemis plaatst het voorstel in context en licht toe wat dit betekent voor telers, innovatie en duurzame landbouw.
Mijlpaal en erkenning voor biologische gewasbescherming
Artemis (IBMA-The Netherlands) verwelkomt de publicatie op 16 december 2025 van het Omnibus-voorstel van de Europese Commissie, met gerichte wijzigingen van de Europese gewasbeschermingsverordening (EG) 1107/2009. Het voorstel is bedoeld om procedures te vereenvoudigen en te versnellen, met specifieke aandacht voor biologische en laag-risicomiddelen. Daarmee ontstaat sneller toegang tot duurzame alternatieven die essentieel zijn voor weerbare teelten en de verdere verduurzaming van de land- en tuinbouw.
Biologische gewasbeschermingsmiddelen, zoals middelen op basis van schimmels, bacteriën of plantextracten, hebben een ander werkingsmechanisme en risicoprofiel dan chemische middelen. Bij verantwoord gebruik dragen zij bij aan een gerichte beheersing van ziekten en plagen, met een lagere impact op milieu en gezondheid. Snellere markttoegang stimuleert innovatie en geeft boeren en telers meer handelingsperspectief om hun gewassen gezond te houden.
Voorgestelde wijzigingen gericht op biologische gewasbescherming
Het Omnibus-voorstel bevat onder meer de volgende aanpassingen:
- vaststelling van een EU-brede definitie voor werkzame stoffen en middelen voor biologische gewasbescherming;
- prioriteit voor biologische gewasbescherming binnen goedkeurings- en toelatingsprocedures;
- de mogelijkheid voor lidstaten om voorlopige toelating te verlenen voor middelen met nieuwe biologische werkzame stoffen;
- uitbreiding van de beschikbare beoordelingscapaciteit bij EFSA;
- invoering van één EU-zone voor biologische en laag-risicomiddelen, ter bevordering van een gelijk speelveld;
- verbeterde wederzijdse erkenning tussen lidstaten wanneer overeengekomen termijnen worden overschreden;
- aanpassing van verlengingsprocedures, met onbeperkte goedkeuringsperioden als uitgangspunt, met uitzondering van candidates for substitution en andere risicocategorieën.
Veiligheid blijft volledig geborgd
De voorgestelde wijzigingen veranderen niets aan de inhoudelijke eisen voor veiligheid, gezondheid en milieu. De bestaande beoordelingskaders blijven ongewijzigd en lidstaten behouden de bevoegdheid om toelatingen in te trekken op basis van nieuwe risico’s of wetenschappelijke inzichten. Het voorstel richt zich uitsluitend op het efficiënter organiseren van procedures en het wegnemen van administratieve knelpunten die nu leiden tot lange doorlooptijden.
Door deze procesmatige verbeteringen wordt het concurrentievermogen van boeren en telers versterkt en ontstaat een aantrekkelijker investeringsklimaat voor bedrijven die werken aan biologische gewasbescherming.
Ron Mulders, domeinhouder Plant bij LTO Nederland:
“Als LTO maken wij ons enorm sterk voor het verduurzamen van onze teelten. Groene middelen hebben wij daarbij hard nodig. Als deze sneller op de markt komen is dat goed nieuws. Dan kunnen wij doorgaan met het produceren van gezond voedsel, van mooi groen en op een veel duurzamere manier.” Bekijk ook de vlog van Ron Mulders.
Jurgen Tack, secretaris-generaal en CEO van de European Landowners Organisation (ELO):
“Wanneer biodiversiteitsverlies en klimaatverandering sneller gaan dan beleid en regelgeving, is het uitbreiden van het instrumentarium voor boeren en telers essentieel. Dit voorstel laat zien dat vereenvoudiging van procedures en hoge veiligheidsnormen goed samen kunnen gaan.”
Helma Verberkt, directeur Artemis:
“Onze inzet wordt beloond. Dit voorstel is een belangrijke mijlpaal en erkenning voor biologische gewasbescherming. Het perspectief op snellere markttoegang, binnen de bestaande veiligheidskaders, komt hiermee dichterbij. Dat helpt boeren en telers om hun ambities voor verdere verduurzaming daadwerkelijk te realiseren.”
Artemis kijkt, samen met IBMA, uit naar verdere samenwerking met overheden, sectororganisaties en andere betrokken partijen in Nederland en Europa om de voorstellen zorgvuldig te verankeren in wet- en regelgeving. Zo bouwen we gezamenlijk verder aan weerbare teeltsystemen en een duurzame toekomst voor de land- en tuinbouw.
