U bent hier:

Vier pijlers voor de transitie naar duurzame teelten

“De plantaardige sectoren onderschrijven de ambitie om hun teelten maximaal te verduurzamen – in lijn met de Europese regelgeving. Voor de plantaardige sectoren is het streven om zowel rendabel verse producten te produceren, als de natuur in stand te houden en waar mogelijk  verder te ontwikkelen. Wij maken ons er sterk voor dat onze ondernemers zowel economisch en ecologisch duurzaam werken.”. 

Zo startte LTO-portefeuillehouder gezonde planten Ron Mulders zijn inleiding tijdens de Landbouwborrel in Brussel op 27 maart jongstleden. Hij ging hierbij in op de ontwikkelingen rond het thema gezonde planten, waaronder de Sustainable Use Regulation (SUR).
Mulders benoemde in zijn inleiding vier pijlers die het bereiken van de ambitie tot een succes maken:

  1. Kijk niet alleen naar de ondernemer, maar ook naar zijn economische omgeving

Veel beleidsvoornemens om de land- en tuinbouw te verduurzamen, ook de SUR, richten zich op boeren en tuinders. Om een verandering te bewerkstelligen is het echter essentieel om hun economische omgeving mee te nemen. Boeren en tuinders werken immers nauw samen met hun leveranciers, hun adviseurs en hun afnemers; ze zijn een relatief kleine schakel in een veel groter economisch cluster. Daarom kun je de bal niet alleen bij boeren en tuinders leggen. Mulders riep de Nederlandse Europarlementariërs op om voorstellen vanuit dit perspectief te behandelen.

  1. Wederzijds respect is de basis voor onze samenwerking

In voorstellen worden veel afspraken heel concreet uitgewerkt, dat zien we nu ook weer in de SUR. Er wordt gestuurd op het uitvoeren veel verschillende maatregelen, maar niet op het behalen van het uiteindelijke doel. Het fundament van alle afspraken moet wederzijds respect zijn. Ondernemers respecteren de doelen die democratisch tot stand zijn gekomen. De afspraken over het sturen op doelen, in plaats van op (niet gedragen) maatregelen passen in dat verband. Overheid en boeren en tuinders moeten samen op zoek gaan naar oplossingen: we moeten naast elkaar staan, niet tegenover elkaar.

  1. We spreken glasheldere en robuuste kaders af

In het verlengde daarvan hebben de plantaardige sectoren glasheldere – en bestendige – wettelijke kaders nodig op basis waarvan ondernemers verantwoorde keuzes kunnen maken over hun toekomst. Door nu wettelijke kaders af te spreken én door af te spreken hoe die kaders als dat noodzakelijk blijkt kunnen worden aangepast, kan willekeur in de beleidsvorming worden voorkomen. Daardoor kunnen ondernemers weer verantwoord investeren in hun – duurzame – toekomst. Dat geldt zowel op Europees als nationaal niveau.

  1. We geven elkaar voldoende tijd en (financiële) ondersteuning voor de gewenste transitie

Het verder verduurzamen van teelten is bepaald uitdagend en vereist  onder meer veel onderzoek en praktische experimenten. Ondernemers moeten de ruimte krijgen om toe te werken naar een meer duurzame manier van denken en doen. Daarbij gaat het voornamelijk om beleidsruimte en om financiële ruimte. In de SUR ontbreekt nu die beleidsruimte en de financiële ondersteuning.

“In de SUR worden onderwerpen als beschikbaarheid van laag-risico-middelen en precisietechnieken genoemd, maar wordt niet benoemd hoe deze versneld beschikbaar komen. Voor deze versnelling zijn ook middelen nodig, waarmee ondernemers worden ondersteund. Ik pleit hier om een fonds met een substantiële omvang in te stellen, om deze innovaties te ondersteunen en zo de transitie aan te jagen.” aldus Mulders.

Bron: LTO Nederland